Fixatie en positionering van protonenpatiënten
17 september 2018
Fixatie en positionering van patiënten zijn onderdeel van de voorbereiding op de bestralingsbehandeling. Voor protonenpatiënten gaat het hierbij om multidisciplinair teamwerk. Voor protonen geldt hetzelfde uitgangspunt als bij fotonen: een zo reproduceerbaar mogelijke ligging van de patiënt. Ook moet rekening worden gehouden met de bestralingstechniek; waar ligt het te bestralen gebied, vanuit welke richting komen de bundels en wat zijn de mogelijke posities van de tafel in de bestralingsruimte. Voor een protonenbehandeling zijn er extra aandachtspunten tijdens deze voorbereiding, alles met het oog op een efficiënte en nauwkeurige bestraling.
Voor de positionering en fixatie worden verschillende hulpmiddelen gebruikt. Patiënten die bestraald worden op het hoofd-hals gebied krijgen een individueel gevormd hoofdkussen en masker. Handgrepen worden hierbij gebruikt om de schouderpositie in te stellen. Patiënten met een extracranieel chordoom en kinderen onder anesthesie worden vaak gepositioneerd in een vacuüm matras. Bij een craniospinale as wordt naast het 5-punts masker een knie- en voetensteun gebruikt welke geïndexeerd aan de tafel worden vastgemaakt met een zogenaamde lockbar.
Positionering en het maken van genoemde hulpmiddelen vinden plaats in de CT-ruimte, waarbij de lasers worden gebruikt om de patiënt recht te leggen. Er wordt een overzichtsopname gemaakt om bijvoorbeeld te controleren of de schouders, de wervelkolom en de heupkoppen recht liggen. Ook wordt tijdens het proces een low-dose CT-scan gemaakt om te controleren of kussen, masker en matras goed aansluiten aan de huid van de patiënt en er geen plooien in het materiaal of in de huid van de patiënt optreden. Deze plooien kunnen van invloed zijn op de dosisverdeling tijdens de behandeling. Wanneer de fixatie en positionering van de patiënt succesvol is gebleken, kan de daadwerkelijke CT-scan gemaakt worden.
Check of kussen of matras aansluit aan de huid