Protonen in de startblokken
20 maart 2009
Nederland studeert op de invoering van een nieuwe bestralingstherapie voor kankerpatiënten die de schade aan omliggend gezond weefsel tot een minimum beperkt. Nu nog moeten kankerpatiënten voor deze protonenbestraling naar het buitenland.
door: Jan Hein van Dierendonck (bron: Financieele Dagblad)
Proton radiotherapie is een geavanceerde vorm van bestraling, waarbij in plaats van de gebruikelijke röntgenstraling met energierijke lichtdeeltjes, ofwel fotonen, protonen uit de veel zwaardere waterstofatoomkernen worden toegepast. Wereldwijd zijn 28 protonenklinieken operationeel en zijn er negen in aanbouw. Tijdens een recent gehouden nationale conferentie in Delft gaven de meeste radiotherapeuten aan de tijd rijp te vinden voor dergelijke klinieken in Nederland. De tumorcelvernietigende energie van geladen deeltjes als protonen heeft een grotere precisie dan fotonen, die altijd enige schade toebrengen aan weefsels vóór en achter het doelgebied. Vooral bij kinderen kan dat desastreuze gevolgen hebben.
Een bundel protonen kan echter zó worden afgesteld dat ze als het ware in de tumor tot stilstand komt en alleen dáár een gevoelige klap uitdeelt. Weliswaar wordt tegenwoordig ook met fotonen de 'collateral damage' aan gezonde weefsels in de meeste gevallen beperkt, maar protonen lijken een interessante optie voor tumoren op kwetsbare plekken als het hoofd-halsgebied, bij ogen en hersenen, bij het hart, het ruggenmerg, in de longen en bij kinderkanker. Vooral dat laatste geldt als argument om in Nederland protonenklinieken te bouwen: het is zowel voor kind als familie belastend om twee tot drie maanden voor een behandeling in het buitenland te verblijven, want het gaat om zo'n dertig bestralingen. De bouw van zo'n kliniek wordt geraamd op euro 150 mln en om heel Nederland te bedienen zijn er minimaal drie nodig. Maar er bestaat onzekerheid over welke vormen van kanker hoeveel baat zullen hebben, en dus ook over wat verzekeraars gaan vergoeden. Ondanks dat wereldwijd zo'n 50.000 patiënten zijn behandeld, is er weinig solide bewijs voor effectiviteit en rentabiliteit. Om uit te zoeken of protonen minder nieuwe tumoren veroorzaken dan fotonen zouden namelijk grote aantallen patiënten in twee groepen moeten worden verdeeld. De een zou met protonen en de ander met fotonen moeten worden bestraald en daarna minimaal vijftien jaar worden gevolgd om statistisch gefundeerde conclusies te kunnen trekken.
Ethisch lijkt dat niet toelaatbaar.
Toch vragen het College voor Zorgverzekeringen (CVZ), een adviesorgaan voor zorg dat de minister adviseert, en de Gezondheidsraad om een wetenschappelijke basis. Dr Gerrie Ligtenberg, adviseur Pakket bij CVZ: 'Als er goede klinische gegevens zijn, dan kunnen we een besluit nemen.' Prof. Hans Langendijk, hoofd Radiotherapie van het Universitair Medisch Centrum Groningen, weet hoe deimpasse te doorbreken.
De kracht van protonen is dat ze minder complicaties geven. Op grond van bestaande kennis kunnen we de kans berekenen dat zich in normale weefsels complicaties als gehoorverlies, blindheid, dwarslaesies of slikproblemen voordoen. Vervolgens kun je de stralingsdosisverdeling van beide technieken met elkaar vergelijken door de doses te berekenen in de gezonde weefsels die met beide technieken worden bereikt. Gecombineerd levert dat de verschillen in complicatiekans tussen protonen en fotonen. Zo kun je voor alle mogelijke typen tumoren berekenen in hoeverre protonentherapie meerwaarde heeft
Het CVZ staat welwillend tegenover deze theoretischebenadering.
Op dit moment bestaat er formeel nog geen vergoeding voor protonentherapie in het buitenland, al zullen sommige verzekeraars in heel speciale gevallen tot uitkering overgaan. Het CVZ studeert op tarieven, gebaseerd op wat zo'n behandeling hier zou kosten, tot een maximum. Reis- en verblijfkosten worden daarin niet meegenomen. Volgens CVZ-woordvoerder Michiel Geldoff is het maximum voldoende voor Europa, maar voor de VS zal het vanwege de hoge kosten niet toereikend zijn. Jan Hein van Dierendonck is wetenschapsjournalist. Door grotere precisie is protonenbestraling interessante optie voor tumoren op kwetsbare plekken. Een bundel protonen kan zó worden afgesteld dat ze in de tumor tot stilstand komt en alleen dáár een gevoelige klap uitdeelt.
Het Universitair Medisch Centrum Groningen heeft vergevorderde plannen voor het UMCG Protonen Therapie Centrum Noord-Nederland, gelieerd aan het Kernfysisch Versneller Instituut.
Maastro Clinic en het Maastricht Universitair Medisch Centrum werken samen met het universitaire ziekenhuis direct over de grens in Aken aan de bouw van een faciliteit op het Avantis-terrein bij Heerlen, letterlijk op de landsgrens. Het Nederlands Kanker Instituut in Amsterdam, de universitaire medische centra van Rotterdam en Leiden en de Technische Universiteit Delft hebben zich verenigd in Randstad-Initiatief Holland Particle Therapy Centre, dat wil bouwen naast de onderzoeksreactor van de TU-Delft. Bij alle drie de initiatieven wordt uitgegaan van een behandelcapaciteit van 1000 tot 1500 patiënten per jaar en euro 20.000 per behandeling. Dat is hooguit twee keer zo duur als een fotonenbestraling en nog altijd veel goedkoper dan een chemokuur. Volgens ingewijden zal het zeker tot 2015 duren eer de eerste Nederlandse protonenkliniek operationeel is.