Wat is radiotherapie?
Radiotherapie betekent behandeling door middel van straling. Een ander woord voor radiotherapie is dan ook bestraling. U kent waarschijnlijk wel de röntgenstraling. Dit zijn onzichtbare stralen, waarmee röntgenfoto’s worden gemaakt. Dezelfde soort stralen, maar dan met een hogere energie, worden toegepast in de radiotherapie. Met dergelijke stralen kunnen kwaadaardige gezwellen (kanker) worden behandeld.
Alle organen en weefsels in het lichaam zijn opgebouwd uit cellen. Wanneer lichaamscellen zich ongecontroleerd gaan delen ontstaat een gezwel (tumor). Een gezwel kan zowel goedaardig als kwaadaardig zijn. Een kwaadaardig gezwel breidt zich uit in de omgevende gezonde weefsels en kan uitzaaiingen in het lichaam geven. Een goedaardig gezwel kan door groei druk geven op de omgevende gezonde weefsels, maar zaait zich niet uit. Straling, zoals in de radiotherapie gebruikt, remt het delingsproces van de cellen waaruit een gezwel bestaat. Hierdoor kan de grootte van het gezwel afnemen en kan het gezwel uiteindelijk verdwijnen.
Radiotherapie is een plaatselijke behandeling en heeft daarom alleen effect in het gebied dat bestraald wordt. De stralen worden zorgvuldig op de plaats van het gezwel (de tumor) in het lichaam gericht. Het omliggende gezonde weefsel zal ook invloed van de straling ondervinden. De hoeveelheid straling (de stralingsdosis) is hier vaak lager dan in het gezwel. Daarnaast zijn kankercellen meestal gevoeliger voor straling dan de cellen in het gezonde weefsel. Het beschadigend effect van straling op kankercellen is daarom ook groter dan op gezonde cellen. Om het kwaadaardige gezwel zo krachtig mogelijk te bestrijden en de gezonde weefsels zo goed mogelijk te beschermen, wordt voor iedere patiënt een nauwkeurig behandelplan gemaakt. Na de bestraling blijft geen straling in het lichaam achter, een patiënt wordt dus niet radioactief. Er blijft ook geen straling achter in zweet, urine, ontlasting of zaad.